Ctgb laat zich overtuigen en scherpt onderzoek naar middelen aan

Eerder bleek uit onderzoek van het tv-programma Zembla dat het Ctgb bij de beoordeling van kankerrisico's al jarenlang een verkeerde statistische test gebruikt, in het voordeel van de gewasbeschermingsmiddelenproducenten. Wiersma deelt de brief met de Tweede Kamer in aanloop naar een Kamerdebat over gewasbescherming dat donderdag plaatsvindt.

De werkwijze van het Ctgb kwam aan het licht, toen Zembla de hernieuwde toelating van glyfosaat onderzocht. Naar aanleiding van de kritiek organiseerde het toelatingscollege een bijeenkomst met deskundigen. Daarbij is het college tot nieuwe inzichten gekomen.

'De deskundigen zijn het eens dat een conclusie over de kankerverwekkende eigenschappen van een stof niet alleen afhankelijk zijn van de statistische toetsing. Sommigen vinden dat zelfs van beperkt belang. Voor het trekken van een conclusie moet worden gekeken naar alle informatie van een stof. Dit is ook nu de gangbare praktijk, ook bij de beoordeling van gewasbeschermingsmiddelen en biociden', schrijven voorzitter Rob van Lint en directeur Marcel van Raaij van het Ctgb aan de minister.

Niet automatisch andere conclusie

De twee wijzen het beeld dat het tv-programma in een uitzending schetst van de hand. 'In tegenstelling tot wat in de Zembla-uitzending werd gesuggereerd, leidt een andere manier van toetsen dus niet automatisch tot een andere conclusie over de kankerverwekkende eigenschappen van een stof. De deskundigen benadrukken dat goede uitleg over welke afwegingen daarbij worden gemaakt van belang is.'

Het Ctgb probeert nu samen met onder meer het RIVM binnen onder meer de Europese voedselautoriteit Efsa en het Europees Agentschap voor chemische stoffen steun te krijgen om 'de internationale richtlijnen aan te scherpen'. Het toetsingscollege erkent dat een strengere analysemethode 'meestal de voorkeur' heeft en zal deze bij de eigen onderzoeken naar werkzame stoffen toe gaan passen.