Europese Commissie verwacht lagere groei van landbouwproductie

Volgens het rapport Agricultural Outlook 2025-2035 blijft de Europese Unie in 2035 zelfvoorzienend in granen, vlees en zuivel. Voor oliehoudende zaden en peulvruchten blijft import nodig. Wel kan die importhoeveelheid dalen als gevolg van meer binnenlandse productie. Verder worden overschotten verwacht van appels, perziken, nectarines en olijfolie, dankzij een stijgende productie en stabiele consumptie.

Door technologische vooruitgang en een verbetering van de productiviteit zullen landen wereldwijd meer zelfvoorzienend worden. Volgens de Europese Commissie kan dit betekenen dat Europese exporteurs minder product kunnen verkopen richting de traditionele exportmarkten.

Daarbij zullen de marktaandelen in basisproducten als vlees, melkpoeder en tarwe tot 2035 afnemen, terwijl nichemarkten als weipoeder en olijfolie terrein winnen. De belangrijkste groeikansen liggen bij dierlijke eiwitten en andere hoogwaardige producten, zoals kaas, olijfolie en wijn.

Handel blijft belangrijk

Handel blijft in de komende jaren een belangrijke pijler voor de voedselzekerheid in de Europese Unie, omdat het producten en inputs levert die lokaal moeilijk te produceren zijn. Tegelijkertijd versterkt export vanuit de Europese Unie de wereldwijde voedselzekerheid en het inkomen van Europese boeren en tuinders.

De geografische spreiding van de handelsstromen blijft tot 2035 grotendeels stabiel, blijkt uit het rapport, al verschuift de tarwe-export meer richting Afrika en neemt de concentratie voor rijst en rundvlees af. Kijkende naar de Europese importen, dan wordt een daling verwacht voor rundvlees, verwerkte rijst en suikerbieten.

Dierlijke eiwitten blijven dominant in de Europese voedselvoorziening, met een aandeel van 63 procent. De vraag naar eiwitten neemt tot 2035 toe door de groeiende behoefte van een vergrijzende bevolking. Hierbij zal de vraag naar zuivel het sterkst groeien. Deze groei compenseert de lagere vleesconsumptie. Peulvruchten kennen relatief gezien de sterkste groei, maar leveren slechts een kleine bijdrage aan de totale eiwitinname in de Europese Unie.

Meer concurrentie

De Europese Commissie verwacht wel dat de exportpositie van de Europese Unie met betrekking tot zuivel zal afnemen in de komende jaren, zowel in volume als in marktaandeel. Dit komt door groeiende concurrentie vanuit de Verenigde Staten, Nieuw-Zeeland, India en Pakistan. Desondanks zijn de vooruitzichten positief, vanwege de eerdergenoemde sterke vraag en grote beschikbaarheid.

Wereldwijd stijgt de vraag naar zuivel vooral in Azië, het Midden-Oosten en Afrika. China wordt meer zelfvoorzienend en zal minder zuivelproducten gaan importeren, is de verwachting. 'Onzekerheden op het gebied van voer, energie, dierziekten, klimaat en geopolitiek houden aan, maar technologische en genetische verbeteringen kunnen de negatieve effecten hiervan deels compenseren', staat in het rapport.

Lagere vleesproductie

De Europese productie van rundvlees, schapen- en geitenvlees en varkensvlees zal tot 2035 krimpen, verwacht de Europese Commissie op basis van het rapport. Bij rundvlees gaat het om een daling van 9,2 procent tot 6,1 miljoen ton en bij schapen- en geitenvlees om een afname van 0,7 procent tot 539.000 ton. De productie van varkensvlees daalt naar verwachting met 0,75 procent tot 1,54 miljoen ton.

Redenen voor de dalende vleesproductie in de Europese Unie zijn onder meer een krimpende veestapel en strengere dierenwelzijns- en milieuregels. Ook speelt mee dat de consumptie van vlees licht daalt, met een verschuiving van rund- en varkensvlees naar gevogelte.

Wereldwijd stijgt de vleesconsumptie wel, met 45,8 miljoen ton. Groei is er vooral in Azië, Afrika en het Midden-Oosten. De Europese Unie zal hiervan profiteren, als gevolg van krappe voorraden en de toenemende zelfvoorzieningsgraad in China. Exportkansen liggen vooral bij pluimvee en eieren.