Overijssel trekt 2 miljoen uit voor maatregelen tegen predatie en faunaschade

In veel weidevogelgebieden, ook met veel zwaar beheer, gaan veel nesten en kuikens verloren door predatie. Om die terug te dringen willen Gedeputeerde Staten daarom de belangrijkste predatoren aanpakken. Dat zijn de vos, steenmarter, kraai en verwilderde kat. Uit onderzoeken blijkt dat dit het broedsucces van weidevogels aanmerkelijk kan vergroten.

Om schade aan gewassen te beperken, is de provincie van plan de huidige populatie zomerganzen terug te brengen naar het niveau van 2005. Dat jaartal staat ook al in het Faunabeheersplan dat in juli is goedgekeurd door Provinciale Staten. De populatie terugbrengen moet gebeuren door nest- en populatiebeheer, ruivangsten en afschot van koppelvormers, ofwel aanstaande broedparen. Overijssel keerde vorig jaar ruim 2,3 miljoen euro uit aan tegemoetkomingen voor faunaschade en was daarmee een middenmoter onder de provincies.

Valwild

Jaarlijks gebeuren er honderden aanrijdingen met reeën. De provincie werkt met de Faunabeheereenheid Overijssel en vrijwilligers aan preventie en snelle afhandeling van valwild, dat zijn gewonde in het wild levende dieren. Dat moet gevaarlijke situaties oplossen en onnodig lijden voorkomen.

De provincie benadrukt dat de investering van 2 miljoen euro slechts een begin is. Voor structureel herstel van de weidevogelpopulatie is aanvullend geld nodig, stelt verantwoordelijk gedeputeerde Maurits von Martels (BBB). Zoals 3,7 miljoen euro voor landschapsinrichting en jaarlijks 6,6 miljoen euro voor beheer. Mogelijkheden voor extra financiering worden gezocht in toekomstige nationale regelingen, waaronder de 500 miljoen euro die het Rijk vanaf 2026 jaarlijks wil vrijmaken voor agrarisch natuurbeheer.

Het plan wordt in januari besproken door Provinciale Staten.