'Grond verdient aandacht bij lokale verkiezingen'

Lang niet in alle plattelandsgemeenten is dit nu een belangrijk thema. Zou dit niet nadrukkelijker onderwerp moeten zijn van de aankomende gemeenteraadverkiezingen?

De grondhonger is weliswaar van alle tijden. Zeker in een klein land als Nederland. Daar waar gemeenten een actief grondbeleid voeren, is hun rol van marktmeester en marktspeler nogal eens verwarrend.

In november 2021 kondigde de ACM aan de gang van zaken te gaan onderzoeken rondom bouwproducties en het effect op de grondmarkt. Het gaat daarbij met name om het speculeren met grond door projectontwikkelaars en particuliere beleggers. Dit heeft consequenties voor de toch al torenhoge grondprijs en de bijbehorende bouwrechten. Wie grond weet te verwerven, krijgt ook de bouwrechten.

Uit een rondgang langs enkele plattelandsgemeenten blijkt dat grond en de beschikbaarheid ervan niet per se speerpunten zijn in de lokale verkiezingen. Dat is opvallend, want juist met de gebiedsgerichte aanpak in het zicht is de verdeling van grond cruciaal. Verantwoordelijk minister Christianne van der Wal noemde het zelfs de 'verbouwing' van Nederland.

Moeten grond en de beschikbaarheid daarvan niet veel meer thema zijn in de aankomende gemeenteraadsverkiezingen? De overheid heeft een grote bemoeienis met de wijze waarop grond wordt gebruikt. Die overheidsbemoeienis komt vooral tot uitdrukking in de bestemmingsplannen.

En grond mag pas anders gebruikt worden, als een bestemmingsplan is gewijzigd. Dat betekent dat de speelruimte van tal van marktspelers op de grondmarkt beperkt is, in vergelijking met de meeste andere markten. En naar verhouding de invloed van de lokale overheid des te meer.