Akkerbouwer zet Noordoostpolder onder water tegen de aaltjes

'We zijn naast akkerbouwer ook dijkbeheerder geworden', grapt akkerbouwer Michiel Bouma. Omdat de maatschap pootaardappelen teelt, met de bijbehorende nultolerantie voor aaltjes, koos het bedrijf voor inundatie in plaats van chemische ontsmetting of het toepassen van resistente rassen.

De techniek is dan wel bewerkelijker, maar volgens Bouma veel effectiever. 'Voordeel is dat je zo ook de dieper levende aaltjes kwijt bent en dat het gelijk de aardappelopslag meeneemt. Ieder jaar is een ander perceel aan de beurt. Zo maken we het rondje af.'

Veertien weken

Voor de behandeling wordt een voormalig aardappelperceel minimaal veertien weken onder water gezet. Ter voorbereiding graaft een loonwerker rondom het perceel profielplaat in: 35 centimeter in de grond en 35 centimeter erboven. Met de pomp erbij ontstaat zo een luchtdichte waterlaag van circa 10 centimeter. De drainage wordt afgestopt met balgen.

'Het water zakt langzaam weg, dus je moet een aantal keren per week bijpompen', vertelt medewerker Aran de Bont. Hij houdt als 'peilbeheerder' de pomp in de gaten en controleert regelmatig of de stoppen op de drainagebuizen het houden. De ervaringen met de bevloeiingstechniek zijn tot nu toe positief, stelt Bouma tevreden vast.